Voor u ligt de eerste tussenrapportage, de turap. De eerste turap wordt in april opgesteld. De tussenrapportage bevat de ontwikkelingen zoals die tot en met maart bekend zijn geworden en de stand van zaken in de uitvoering van de beleidsdoelen. Voor de stand van zaken in de beleidsdoelen wordt de situatie per april gepresenteerd. Bij de beleidsdoelen is voor elke activiteit de verantwoordelijke portefeuillehouder zichtbaar gemaakt.
De belangrijkste financiële ontwikkelingen hebben betrekking op de eind vorig jaar gepubliceerde circulaires over het gemeentefonds, de effecten die voortvloeien uit de analyse van de programmarekening 2024 en de wijzigingen in enkele doeluitkeringen vanuit de rijksoverheid (Bijstand, opvang ontheemden). Tot slot zijn de door uw raad genomen besluiten verwerkt met als peildatum 31 maart 2024.
In de 1e tussenrapportage worden de lasten voor het jaar 2025 verhoogd met € 21,7 miljoen en de baten met € 22 miljoen. Per saldo is er sprake van een voordelig effect € 340.000.
De toename van de omzet met 8 % wordt mede veroorzaakt door de inzet van reserves conform de besluiten over nog af te ronden werkzaamheden in de bestemming van het resultaat van de rekening 2024, de actualisatie van de grondexploitaties zoals ook toegelicht in de jaarstukken 2024, de bijstelling van diverse rijksbijdragen. De rijksbijdragen zijn goed voor meer dan de helft van de stijging.
In de tussenrapportage is de actuele stand van zaken in de kredieten verwerkt. De niet afgesloten kredieten 2024 zijn overgeheveld naar 2025 en in de begroting 2025 opgenomen investeringsprojecten zijn opgenomen zodat bewaking kan plaatsvinden.
Als onvermijdelijke investeringen is rekening gehouden met de vervanging van de kabel voor de openbare verlichting aan de Achterbinnenhaven en de aanpassing aan de openbare ruimte rond de Balistraat als gevolg van de ruimtelijke ontwikkeling aldaar.
Daarnaast is het krediet voor de nieuwbouw van de Prinses Margrietschool verhoogd in verband met de bijstelling van het prijspeil van 2023 naar 2025. Dit is onderdeel van de besluiten.
Het totaal aan openstaande kredieten tot en met 2025 bedraagt € 106 miljoen. Geraamd is dat hierop in 2025 maximaal € 48 miljoen wordt besteed. De resterende € 58 miljoen komt tot besteding in de periode 2026 tot en met 2029.
Met het actualiseren van de kredieten wordt een goede basis gelegd voor de meerjarenraming en de daarin verwerkte raming van de kapitaallasten op te nemen.
Relatie met andere P&C producten
De Tussenrapportage wordt in dezelfde periode opgesteld en afgerond als de jaarstukken 2024 en de kadernota 2026. De ideale volgorde is dat eerst de rekening 2024 gereed is en vervolgens de analyse van de rekening wordt verwerkt in de tussenrapportage. Dit zelfde geldt voor de meerjarige effecten die met de tussenrapportage goed zichtbaar worden en de verwerking daarvan in de kadernota. Deze volgorde is aangehouden, de drie producten komen wel gelijktijdig bij de raad waardoor de volgordelijkheid niet automatisch blijkt.
In de toelichting in de tussenrapportage treft u verwijzingen naar de rekeninganalyse aan.
In de kadernota wordt het meerjarige effect zoals dat is verwerkt in deze tussenrapportage op een regel gepresenteerd en in de bijlage wordt samenstelling weergegeven.